Kaarsjes springen

De 3 Koningenkaars vinden we o.a. op het schilderij ”Driekoningenfeest” van Jan Steen (1626-1679) We zien de kaars afgebeeld staan voor op de bank; naast het kind wat de koning mag zijn. Jan Steen staat bekent als schilder van volkstaferelen en volksfeesten uit de 17e eeuw. Het driekoningenfeest (6 januari) was één van die feesten. Uit Frankrijk komt de gewoonte om het driekoningenfeest met een Koningskoek te vieren (1521). Men bakte een koek met een boon erin. Degene, die de boon trof in zijn stukje koek mocht de koning spelen en kreeg een kroon op het hoofd. Halverwege de 16e eeuw werd het driekoningenfeest gespeeld in de vorm van een rollenspel. Er werden koningsbrieven verkocht. Dit waren tekeningetjes en dichtregeltjes over de koning en zijn hofhouding bijv. schenker, bode, bottelier, kok, raadsman, portier, biechtvader, zot en dokter. De Koningsbrief werd verknipt en men trok een rol, die men moest gaan spelen. Later, eind 17e eeuw werden die rollen uitgebreid met de vuurstoker, venus-koppelaar, blaaskaak, raasbol, muizenvanger, lang-tong, luizenvanger, altijd-zat, slijper enz. Soms werd de middelste kaars zwart gemaakt, deze noemde men dan het “ Moorke “.

UNICODE��C�R�E�A�T�O�R�:� �g�d�-�j�p�e�g� �v�1�.�0� �(�u�s�i�n�g� �I�J�G�...

Op andere schilderijen van Jan Steen zien we, dat kinderen over een brandend kaarsje springen. Daar gaat onderstaand rijmpje over.

Kaarsje, kaarsje, drie aaneen

Springen wij eroverheen

Al wie daar niet overkan

Over dat kaarsje, over dat kaarsje

Al wie daar niet overkan

Die weet er nou niemendal van

 
kaarsje_springen.txt · Laatst gewijzigd: 29-04-2018 20:13 (Externe bewerking)
 
Recent changes RSS feed Creative Commons License Donate Powered by PHP Valid XHTML 1.0 Valid CSS Driven by DokuWiki